Skip to main content

Nieuwe benadering van de grondentrechter

Auteur: De Haij en van der Wende Advocaten

Afgelopen week heeft de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State in twee uitspraken de zogenoemde grondentrechter verlaten. De grondentrechter houdt in dat gronden die niet in beroep bij de rechtbank, maar pas in hoger beroep bij de Afdeling worden aangevoerd, niet inhoudelijk worden behandeld.

In beide uitspraken heeft de Afdeling geoordeeld dat, in het belang van de rechtseenheid – dat wil zeggen min of meer gelijke uitkomsten/uitspraken – tussen de hoogste bestuursrechters en de rechtsbescherming, een nieuwe benadering van de grondentrechter zal worden aangehouden. Dit betekent dat zij de grondentrechter tussen beroep en hoger beroep zal verlaten, behalve in het geval van het omgevingsrecht.

De eerste zaak (ECLI:NL:RVS:2022:363) betreft een aanvraag voor een vestigingsvergunning. Het college wees de aanvraag af en verklaarde het bezwaar op dit besluit ongegrond. De rechtbank verklaarde het door de aanvraagster ingestelde beroep vervolgens ongegrond, waarna de aanvraagster hoger beroep instelt. In hoger beroep stelt de aanvraagster voor het eerst dat het beleid van het college een discriminatoir karakter heeft. Waar nieuwe gronden in hoger beroep tot nu toe nooit inhoudelijk werden besproken, werd dat in deze zaak wel gedaan.

In de tweede zaak (ECLI:NL:RVS:2022:362) werd door het college van de gemeente Twenterand een omgevingsvergunning verleend voor het vervangen van de stalinrichting op een perceel. Bij besluit van 11 juni 2019 heeft het college het daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard, waarna de bezwaarmakers beroep hebben ingesteld bij de rechtbank. De rechtbank hebben dit beroep ongegrond verklaard en bezwaarmakers hebben hoger beroep ingesteld. In hoger beroep zijn verschillende nieuwe gronden aangevoerd. De Afdeling oordeelt dat in dit geval sprake is van een omgevingsrechtelijke zaak, waarbij belangen van derden zijn betrokken. De Afdeling besluit de nieuwe gronden daarom niet inhoudelijk te bespreken.

Het omgevingsrecht is het rechtsgebied dat alles omtrent de fysieke leefomgeving reguleert. Denk daarbij bijvoorbeeld aan (omgevings)vergunningen voor bouwen of het kappen van bomen. De Afdeling heeft ervoor gekozen om de grondentrechter wel te blijven gebruiken in zaken omtrent het omgevingsrecht, omdat in deze zaken over het algemeen ook belangen van derden zijn betrokken. Denk bijvoorbeeld aan de buurman, die bang is dat mijn uitzicht verpest zal worden als zijn buren een omgevingsvergunning krijgen om een grote graansilo te bouwen.

Daarnaast zijn met omgevingsrechtelijke zaken vaak grote maatschappelijke belangen gemoeid, zoals woningbouw en energietransitie. Deze belangen hebben korte wettelijke afdoeningstermijnen , wat een efficiënte rechtsgang essentieel maakt.

Er is één uitzondering, op grond waarvan de bestuursrechter ervoor kan kiezen om ook in geval van zaken omtrent het omgevingsrecht geen grondentrechter toe te passen. Dit is het geval wanneer is uitgesloten dat het toestaan van nieuwe gronden kan leiden tot benadeling van derde-belanghebbenden.

Het verlaten van de grondentrechter betekent echter niet dat partijen in hoger beroep klakkeloos nieuwe gronden kunnen aanvoeren. Daarom moet de bestuursrechter telkens beoordelen of de in hoger beroep ingebrachte gronden ook eerder in de procedure hadden kunnen worden aangevoerd en derhalve zorgen voor een onaanvaardbare vertraging van de procedure.

Al met al blijft het dus verstandig om nieuwe gronden, wanneer mogelijk, zo vroeg mogelijk in de procedure aan te voeren. 

Juridisch advies

Themapartner

De Haij & Van der Wende is een gespecialiseerd, commercieel advocatenkantoor, gevestigd in Capelle aan den IJssel onder de rook van Rotterdam. We werken voornamelijk voor ondernemingen en (non-profit) organisaties. We adviseren cliënten op het gebied van arbeidsrecht, ondernemingsrecht, vastgoedrecht en ruimtelijke ordeningszaken.

Heeft u vragen over dit artikel of wilt u eens met onze Themapartner van gedachten wisselen?