Skip to main content

Welkom in de uitdagende wereld van Zwijnenburg

Gepubliceerd op: dinsdag 05 april 2022 | 10:19

Zwijnenburg. Een naam die een beetje zeemanshart sneller doet slaan. Zwijnenburg. Een begrip in de wereld van de botenbouwers. Rijdt u noordwaarts op de Van Brienenoordbrug en laat u zich eens niet verleiden door de iconische skyline van Rotterdam links, dan ziet u rechts aan de oever van de IJssel de shipyard van Zwijnenburg liggen. Binnen de imposante loods gaat een wereld voor u open. Welkom in de wereld van Zwijnenburg.

Een goedlachse medewerker van Zwijnenburg geeft ter begroeting een tikje op zijn helm als hij ons in de loods passeert waar wij ons vergapen aan de gigantische stalen constructie van een superjacht. Het tafereel is adembenemend en dat heeft dit keer eens niets te maken met het verplichte mondkapje. Het echoënde geluid van een hamer op staal. Het sissend geritsel van een lasmachine. Vonken schieten in het rond. Iemand roept iets van de nok van het schipin-wording. Gelach. Plezier. Trots.

We zitten nu binnen waar het eerste deel van het gesprek verloren gaat omdat mijn aandacht volledig wordt getrokken door de 3D bouwtekeningen van het schip aan de muur, omdat de praktijk nu eenmaal niet zonder theorie kan en vice versa. We begeven ons in het hart van Zwijnenburg en mijn piratenhart klopt vrolijk mee.

‘Het is inderdaad een fenomenaal vak dat veel facetten kent, dus over afwisselend werk hoeven we geen discussie te voeren’, zo klinkt het overtuigend uit de mond van Martijn Nobel, managing director van Zwijnenburg. Achter zijn trotse gevoel herken ik echter een zorgwekkende toon.

‘Ik zie je denken’, vult financial director Edwin Snoei in de rol van gedachtelezer aan, ‘we zijn namelijk heel druk op zoek naar personeel… dit zien wij als grootste uitdaging… misschien nog wel groter dan de alsmaar stijgende grondstofprijzen of de vertragingen die we momenteel ervaren met betrekking tot de aanlevering van materiaal en onderdelen. Het personeelstekort lijkt wel chronisch’.

Zoals het een beetje kapitein betaamt omzeilt Martijn Nobel het woord “probleem” behendig. Ondanks het chronische karakter, spreekt Nobel liever van een uitdaging:

‘Dit heeft familiebedrijf Zwijnenburg in zijn 66 jarig bestaan nog nooit meegemaakt, terwijl de primaire en secundaire arbeidsomstandigheden bij ons uitstekend zijn. Vooral de aanwas is een uitdaging. Ik kom zelf uit de maritieme wereld en was op jonge leeftijd al lid van een waterscoutvereniging.’

Welkom op de afdeling paplepel. De ogen van Martijn Nobel spreken boekdelen: hij is een vakman pur sang die jongeren, zowel jongens als meiden, wel naar binnen zou willen slepen. We praten over de nieuwe generatie, hoe zeer zij zoekt naar uitdagingen en hoe zeer juist een bedrijf als Zwijnenburg kan voorzien in die behoefte. Edwin Snoei verklaart nader:

We onderhouden nauwe contacten met het STC (Scheepvaart en Transport College, red.), hét Rotterdamse opleidingsinstituut op vmbo, mbo en hbo niveau. Zwijnenburg faciliteert constant stageplekken op ieder niveau. We werken hier net zo hard met draaibanken en freesmachines als met tablets en laptops. We leiden hier dan ook échte vakmensen op. Op piekmomenten huren we als extra 150 tot 200 man/vrouw in. Maar vooral in het middenkader en op de productievloer hebben wij structureel jonge ambitieuze mensen nodig.’

Voor een gemiddelde STC-er zijn er voldoende carrièremogelijkheden om door te stromen. Eentonigheid is bij Zwijnenburg een vies woord, uitdaging het toverwoord. Men doet er van alles aan om juist de veelzijdigheid en het gevoel van saamhorigheid uit te dragen. Intern én extern. Martijn Nobel hierover:


“Zwijnenburg biedt volop carrièremogelijkheden.” - MARTIJN NOBEL


‘We zijn van oudsher een familiebedrijf en kennen dus geen strakke hiërarchie. We organiseren van alles. Van een oliebollenkraam en een kerstborrel in de winter tot een barbecue met het voltallige personeel in de zomer. Dat gevoel gaan we nog nadrukkelijker naar buiten brengen. Hoe? We proberen vooral de 10 tot 15 jarige scholieren “te vangen”, dus ontvangen we hier schoolklassen. Maar we zijn ook aanwezig op banenbeurzen en zoeken bewust contact met de ouders van jongeren om een juist beeld van Zwijnenburg te geven. Middels campagnes op social media willen we ons technische vak vooral een sexy imago geven. Een beladen woord vandaag de dag hahaha, maar ik bedoel uitdagend… in de zin van aantrekkelijk…’

We staan weer buiten. Toeval of niet, maar dezelfde medewerker passeert met dezelfde vriendelijke uitstraling als die van voor het gesprek. Eenzelfde tikje op de helm en het werk gaat verder.

Was ik maar zestien…dan stond ik nu te kloppen aan de deur van Zwijnenburg en daarmee aan de deur van het echte leven.